​Vanuit passie voor mijn vak en interesse in innovatie zet ik me sinds kort samen met ChipSoft in voor verbetering van ICT voor de psychiatrie. De laatste tijd is er veel publiciteit over ICT, innovatie, Ehealth en technologie, ook op het gebied van de psychiatrie. Wat veel terugkomt: het moet allemaal anders. Het moet kleiner en gespecialiseerder en de zorg moet worden georganiseerd in netwerken rondom de patiënt. We moeten meer uitgaan van preventie dan van behandelen en veel meer multi- en interdisciplinair werken.


Onlangs is het Visiedocument medisch specialist 2025 gepresenteerd, waarin staat dat de medisch specialist veel meer moet doen met ICT. Daar ben ik het mee eens, maar niet alleen dat. Ik vind dat dit een kans is om als beroepsgroep ICT naar ons toe te trekken en dat het zonde is om af te wachten tot de mensen uit de ICT naar ons toe komen. Daarom denk ik met ChipSoft mee over optimale ICT-ondersteuning.

Een ander punt is dat de zorg meer vanuit de patiënt gedacht en opgezet moet worden. In principe iets wat we in de psychiatrie wel al gewend zijn in ons denken. Maar de zorg meer opzetten als netwerk om de patiënt heen, is ingewikkeld. Juist in de psychiatrie en GGZ is sprake van onderbezetting. Er is al meer dan tien jaar een tekort aan psychiaters en psychiatrieverpleegkundigen. Als psychiaters dan bijvoorbeeld ook naar patiënten thuis moeten, want dat is de insteek van het visiedocument, wordt dat soms erg lastig. Tijdens een psychiatrieconferentie hoorde ik van collega-psychiaters dat zij daar moeite mee hebben. Ze reizen gehaast van de ene naar de andere patiënt met het gevoel veel kostbare tijd te verliezen aan reizen, terwijl ze die tijd liever echt aan de patiënt besteden. In theorie is het dus mooi uitgedacht, in de praktijk werkt het nog niet optimaal. Daar is meer voor nodig. Denk aan de inzet van slimme ICT.

Door slimme ICT kun je de zorg veel beter plannen en stroomlijnen, bijvoorbeeld met behulp van handige routeplanners. Ook kun je faciliteren dat psychiaters de verslaglegging doen, terwijl zij met de patiënt zitten of direct nadat ze de patiënt hebben gezien. Je ziet nu dat psychiaters soms uit tijdsgebrek hun verslaglegging opsparen tot het eind van de dag en vervolgens informatie van alle patiënten achter elkaar noteren. Dat is foutgevoeliger dan het direct te doen met de patiënt samen of direct aansluitend aan het patiëntencontact. Bovendien houd je je hoofd 'leeg' en ben je scherper voor de volgende patiënt. Het klinkt heel simpel, maar bij dit soort praktische dingen zaken, is veel winst te behalen.

De psychiatrie is toe aan nieuwe ICT-mogelijkheden die psychiaters helpen. Dat die er nog niet zijn, is geen onwil, maar alles wat 'erbij' komt voor de psychiater, zorgt voor een soort veranderingsmoeheid. Daarbij komt dat je honkvaste mensen nodig hebt om veranderingen te realiseren en het verloop onder de psychiaters is ontzettend groot. Momenteel staan er een kleine 800 vacatures uit, dus als een psychiater het ergens niet naar zijn zin heeft, heeft hij zo een andere werkgever.

Met ICT zou je behandelaren zo kunnen faciliteren dat ze werk uit handen wordt genomen. Bijvoorbeeld met behulp van snelcodes en standaard teksten in je EPD. Het psychiatrisch onderzoek is een enorme lap tekst als je dat allemaal netjes volgens de richtlijnen wilt vastleggen. Als je je bevindingen via snelcodes kunt invoeren, win je heel veel tijd. Als teksten die je invult automatisch ook worden voorgevuld in bijvoorbeeld de conclusie en de beschrijvende diagnose, of in het behandelplan en automatisch een brief wordt voorgevuld, kun je sneller je administratie doen. Bovendien voorkom je ermee dat mensen iets per ongeluk niet registreren als ze het druk hebben.

Verder kun je ook zorgen dat je bij een intake van een patiënt met een depressieve stoornis standaard een laboratoriumaanvraag in je beleid opneemt om schildklierstoornissen uit te sluiten. Dat staat in de landelijke richtlijnen, maar wordt ongetwijfeld door de hoge werkdruk weleens vergeten. Je kunt een soort standaardbeleid voorvullen aan de hand van de psychiatrische stoornis, wat door de behandelaar natuurlijk altijd gepersonaliseerd moet worden aan de hand van de individuele patiënt. Zo wordt door het toepassen van bepaalde generaliseerbare principes de zorg voor de individuele patiënt juist meer op maat.

Veel psychiaters hebben ten onrechte de indruk dat ICT de werkdruk hoger maakt. Uiteindelijk valt dat erg mee. Zeker nu de somatiek en psychiatrie steeds meer als een geheel wordt gezien, is een geïntegreerd elektronisch dossier juist van meerwaarde. Als je weet dat 70% van de psychiatrische patiënten een lichamelijke aandoening heeft, dan moeten we daar actiever op screenen. Met een geïntegreerd EPD voor somatiek en psychiatrie kun je dat beter doen.

Gelukkig is er een landelijke ontwikkeling gaande, gedragen vanuit de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, waarin veel meer aandacht komt voor de somatische factor. Zo is er nu een eerste hoogleraar somatiek en psychiatrie – Wiepke Cahn, UMCUtrecht/Altrecht - en zijn er op meerdere plaatsen al poliklinieken voor de combinatie somatiek en psychiatrie. Ik denk dat er snel nog meer poli's gaan volgen en dat het heel goed is dat daar experts zitten die juist die combinatie goed kennen. Het is prachtig als het EPD daar een rol in zou kunnen spelen.

Kortom, op ICT-gebied is er nog veel te winnen. Er liggen zoveel kansen om psychiatrie in Nederland nog beter te ondersteunen. Maar dat gaat niet vanzelf. Daar moeten we als psychiaters zelf het voortouw in nemen.


Dr. Roos van Westrhenen is psychiater & klinisch farmacoloog bij Erasmus MC en werkt samen met ChipSoft aan de verbetering van zorg-ICT voor de psychiatrie.